-
1 ambush
n. hinderlaag--------v. hinderlaag zettenambush1[ æmboesj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:lie/wait in ambush • in een hinderlaag liggenfall into an ambush • in een hinderlaag vallen————————ambush2〈 werkwoord〉 -
2 ambuscade
n. hinderlaag--------v. in een hinderlaag liggen; in een hinderlaag lokken -
3 guet-apens
-
4 attirer qn. dans un guet-apens
attirer qn. dans un guet-apensDictionnaire français-néerlandais > attirer qn. dans un guet-apens
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский